IMIS - Marine Research Groups | Compendium Coast and Sea

IMIS - Marine Research Groups

[ report an error in this record ] Print this page

Ketenisse polder: evoluties na de afgraving tot slik en schor gebied
Parent project: Monitoring van ontwikkelingen in slik- en schorgebieden in de Zeeschelde in het kader van : 1) de baggerstortvergunning op de platen van Doel en Boomke; 2) het afgraven van de Ketenissepolder, more
Period:
Status: Completed

Thesaurus terms Aerial photography; Macrobenthos; Monitoring; Mud flats; Salt marshes; Topography
  • Vlaamse overheid; Beleidsdomein Omgeving; Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), more, partner
  • University of Antwerp; Faculteit Wetenschappen; Departement Wiskunde, more, partner
De Ketenissepolder ontstond op een voormalig schor tussen fort Liefkenshoek en Kallo sluis toen de specie, die vrijkwam bij de aanleg van de Liefkenshoektunnel, er opgespoten werd tussen een zomerdijk en de waterkerende dijk. Als compensatie voor de aanleg van de Noordzee containerterminal werd het gebied hersteld en het gebied werd afgegraven tot net onder GHW met een zeer zwakke helling naar de rivier toe. Op die manier ontstond er een goede uitgangssituatie voor de ontwikkeling van ca 30 ha nieuw slik en schorgebied waar zich geulen, platen, zilte riet- en graslandvegetaties kunnen vormen.
De werken zijn pas echt beëindigd in januari 2003. De monitoring startte echter in juni 2002. Aangezien estuariene herstelprojecten het snelst evolueren onmiddellijk na herstel van het getijdenregime werd in elk deelgebied met monitoring gestart naargelang de werken vorderden. Op 6 dwarsraaien werden sedimentatie/-erosieplots en peilbuizen gezet. Alle monitoring gebeurt in de transecten rond deze dwarsraaien. Het eerste jaar werd tweekelijks de sedimentatie-erosie opgemeten en werden. werden sedimentsamenstelling, organische stof en chlorofyl a gehalte Van de bovenste laag bepaald. Maandelijks werd het macro-benthos bemonsterd om de vestiging van bodemdieren te evalueren. Tijdens het tweede onderzoeksjaar worden bovenstaande parameters ééns per seizoen opgenomen. Per seizoen werd ook een dwarsprofiel van de raaien gemaakt met een niveaumeter. Aan de hand van een aantal luchtopnames (De vegetatievestiging wordt opgevolgd aan de hand van een aantal permanente kwadraten UIA analyseert zeer gedetailleerd vestiging en afsterven van vegetatie langsheen de raaien aan de hand van digitale fotografie. Luchtfotografie en topografische opnamen (aug, nov 2003, maart 2004, maart 2005) zullen een meer globaal beeld opleveren van de vegetatievestiging en de vorming van geulen. Het gebruik van het gebied door watervogels en broedvogels worden in detail opgevolgd.