IMIS - Marine Onderzoeksgroepen | ||
Desnerck (1976, fig. 025)
Beschrijving Dogboot.
1. Fokkemast.
2. Grote mast.
3. Helmstok waarmee het roer wordt bediend.
4. Braadspil of spit, een eenvoudige windas waarmee anker of ra (rondhout voor het houden van een zeil) kon worden opgetrokken.
5. Voorste luik.
6. Spil of kaapstander, een vertikaal opgestelde windas.
7. Tweede luik.
8. Verhoogd achterdek met stuurkuip.
9. Zwaard, neerlaatbaar bord langs het schip om afdrijving te voorkomen.
10. Zwaardklamp, houten uitsteeksel om touwen aan te bevestigen ter hoogte van het zwaard.
11. Toppenenden van de fokkera (worden gebruikt om de ra in goede stand te brengen).
12. Brassen van de fok (touwen op de ranok (het uiteinde van de ra) om het zeil vanaf het dek in goede stand t.o.v. de wind te krijgen).
13. Hals van de fok (loefhoek of voorhoek).
14. Schoot van de fok (lijn aan de benedenhoek).
15. Blok op het stag waar de fokkebrassen (touwen op de ranok om het zeil vanaf het dek in goede stand t.o.v. de wind te krijgen).
16. Toppenende van het grootzeil.
17. Brassen van het grootzeil.
18. Hals van het grootzeil.
19. Schoot van het grootzeil.
20. Fokkespan of hoofdtouwen van de fokkemast.
21. Hoofdtouwen van de grote mast.
JPG bestand - 744.49 kB - 2 255 x 3 333 pixels
toegevoegd op 2009-09-14698 viewsUit bron Desnerck, G.; Desnerck, R. (1976). Vlaamse visserij en vi...
© 2009 R. Blomme, G. Casier en A. Clement in Desnerck, G. & R. (1976)
Klik hier om terug te keren naar miniatuurweergave |
Vlaams Instituut voor de Zee | InnovOcean Campus | Jacobsenstraat 1, 8400 Oostende, België
Tel.: +32-(0)59-33 60 00 | e-mail: compendium@vliz.be
