Engelstalige titel: Risk analysis of the international project sustainable conservation Zwin Periode: Januari 2006 tot 2008 Status: Afgelopen
Thesaurustermen Analyse; Getijden; Milieueffecten
Vlaamse overheid; Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken; Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken; Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust; Afdeling Kust, meer, partner
Omschrijving : Uitvoeren van risicoanalyse en actualisatie ervan voor het internationaal project voor het duurzaam behoud van het intergetijdengebied Zwin, met internationale natuurbeschermingsstatus.
Achtergrond : Het Zwin natuurreservaat strekt zich uit over een kustlengte van ongeveer 2,3 km in het Nederlands-Belgisch grensgebied. Ongeveer 2 km van deze kustlengte ligt op Belgisch grondgebied, de rest op Nederlands grondgebied. Het bestaat uit een zeereep met daarachter zilte slikken en schorren. Het reservaat is een overblijfsel van de zee-inham die vroeger Damme verbond met de zee. Het gebied werd ingepolderd en verzandde, en pas met de aanleg van de Internationale Dijk in de negentiende eeuw kreeg het Zwin zijn huidige beperkte omvang. Ter hoogte van de Belgisch-Nederlandse grens is er een bres in de zeereep over een lengte van ongeveer 250 m waardoor Noordzeewater bij vloed het natuurreservaat kan binnendringen via een ‘slufter’, een geul die zich in het gebied vertakt in verschillende geulen en kleinere kreken. Zo vormt dit rijk geschakeerd getijdenlandschap voor tal van vogels een broed-, rui-, rust- en voedsel- en doortrekgebied. Vooral in de wintermaanden kunnen de aantallen pleisterende vogels oplopen tot enkele tienduizenden exemplaren. Het probleem is dat het Zwin verzandt. Een slufter is immers gekarakteriseerd door zijn vergankelijkheid.
Het project omvat een aantal ingrepen die gericht zijn op een duurzaam behoud van het voor de natuur belangrijke intergetijdengebied. Mogelijke ingrepen omvatten afgraven, uitbreiden van het gebied door ontpoldering van eertijds ingepolderde delen en versterken van de spuiwerking met de afvoer van polderwater.
Voor de risicoanalyse werden de mogelijke risico’s voor het project in kaart gebracht vanaf de planningsfase t.e.m. de uitvoering van het project. De RISMAN-methodiek werd gebruikt om in workshops de politiek/bestuurlijke, juridisch/planologische, inhoudelijk/organisatorische en maatschappelijke/communicatieve risico’s in kaart te brengen. Beheersmaatregelen voor het beheren van de risico’s werden tenslotte gedefinieerd.
In december 2007, wanneer het project 2 jaar lopende was, werd een actualisatie van de risicoanalyse uitgevoerd zodat een aantal risico’s konden geschrapt worden en een aantal nieuwe risico’s voor de komende projectfasen werden geformuleerd. Op die manier werd een actueel beeld behouden van de toekomstige risico’s en de beheersmaatregelen die tot het beheren van de risico’s bijdragen.
Resultaten : Overzicht van de belangrijkste risico’s voor het project vanaf de planningsfase tot de uitvoeringsfase, samen met beheersmaatregelen om deze risico’s te beheersen.