IMIS - Marine Onderzoeksgroepen | Compendium Kust en Zee

IMIS - Marine Onderzoeksgroepen

[ meld een fout in dit record ] Print deze pagina

Het belang van artificiële harde substraten op de Noordzeebodem voor de ecologie van de ichtyofauna
https://www.vliz.be/vmdcdata/midas/cruise.php?thiscamp=77
Engelstalige titel: The importance of artificial hard substrates in the North sea for the ecology of the ichthyofauna
Identifier financieringsorganisatie: 81002 (Other contract id)
Periode: Januari 2009 tot December 2013
Status: Afgelopen
  • Universiteit Gent; Faculteit Wetenschappen; Vakgroep Biologie; Onderzoeksgroep Mariene Biologie (MARBIOL), meer
  • Vlaamse overheid; Beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie; Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT), meer, financier
  • Vlaamse overheid; Beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie; Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen (FWO), meer, financier
  • Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen; Operationele Directie Natuurlijk Milieu; Beheerseenheid Mathematisch Model Noordzee en Schelde-estuarium (BMM), meer, partner
Een groot aantal vissoorten wordt aangetrokken tot artificiële riffen (bv.Arena et al. 2007, Fabi et al. 2002,
Santos & Monteiro 2007) en een brede range aan omgevingsfactoren spelen hierbij een belangrijke rol.
Oorspronkelijk werd gedacht dat de hoge densiteiten van vissen rond artificiële riffen een indicatie van een verhoogde productie waren. In 1983 werd dit niet langer zomaar aangenomen en ontstond het zogenaamde “attractie-productie debat” (Bohnsack 1985 & 1989, Brickhill et al. 2005).
De huidige studie beoogt het vaststellen van attractie en/of netto productie van de ichtyofauna op de artificiële harde substraten (sokkels en stortsteenlaag) van de windmolens geplaatst op de Thorntonbank (Belgisch deel van de Noordzee). Bij dit doctoraatsvoorstel worden de mogelijke oorzaken die een invloed uitoefenen op productiviteit onderzocht.
De ichtyofauna geassocieerd met het artificiële rif zal gekwantificeerd worden aan de hand van zowel visuele (visual census en camera-observaties) als vangstmethoden (warrelnetten en lijnvisserij). Voor een aantal modelorganismen zal gedetailleerde informatie verzameld worden over dieet, voedingshabitatten en bioenergetische waarden aan de hand van maaganalyses, vetzuuranalyses en stabiele isotopenanalyses. Verder zullen taggingexperimenten uitgevoerd worden om gedetailleerde informatie te verkrijgen over migratiepatronen.