De nieuwste beleidsinformerende nota van het VLIZ onderzoekt de impact van de coronamaatregelen op de Belgische recreatieve zeevisserij. Het betreft een eerste verkenning naar de socio-economische en ecologische (vangstreductie) effecten van een 47-dagen-durende visverbod tijdens de lockdown. Een bevraging onder Belgische recreatieve zeevissers polste naar de persoonlijke perceptie van hoe de pandemie invloed heeft gehad op het mariene milieu, hun visserij-gerelateerde uitgaven en hun gezondheid. Verder ging aandacht naar demografische (leeftijd, geslacht, etc.) en sociale (inkomen, werk, opleiding, etc.) impact, en naar persoonlijke voorkeuren (bv. doelsoorten, zelfconsumptiegraad, etc.). Deze bevraging is een initiatief van de Universiteit van Santiago de Compostella (Spanje) en kadert binnen een internationaal onderzoek. Daarnaast werd op basis van de gedetailleerde recreatieve vangstdata van het Belgisch monitoringsprogramma voor de recreatieve zeevisserij (zie Verleye et al. 2019) berekend hoeveel vis en garnaal men zou gevangen hebben indien er geen visverbod was afgekondigd tussen 18 maart en 3 mei 2020.
De enquête wijst op een lichte vermindering in het algemeen welzijnsgevoel en de slaapkwaliteit bij de vissers. Daarnaast blijken zij vooral bezorgd te zijn om hun eigen gezondheid en deze van naaste familieleden. Het vertrouwen in de werk- en financiële zekerheid is eveneens gedaald en de (tijdelijke) werkloosheid binnen de actieve bevolking onder de respondenten nam toe van 6% (pre-lockdown) tot 32% (tijdens de lockdown). De demografische (leeftijd, etc.) en sociale (opleiding, burgerlijke stand, etc.) achtergronden lijken op het eerste zicht weinig impact te hebben op hoe men zich voelt, al komen er sterke individuele verschillen naar voor die in mindere mate te linken zijn aan de bevraagde sociale factoren.
Het economisch verlies tijdens de lockdown, te wijten aan een vermindering in directe uitgaven, bedraagt minimum 0,564 miljoen euro. Dit bedrag houdt geen rekening met jaarlijkse vaste kosten (ligplaats, onderhoud, etc.) en indirecte opbrengsten (bv. handelszaken, tewerkstelling, toerisme). Daarnaast zullen, omwille van het variabel karakter van de maatregelen (met geleidelijke versoepelingen) en de eventuele persoonlijke terughoudendheid om opnieuw te gaan vissen, de economische verliezen zich ook nog enkele maanden manifesteren.
Naast de socio-economische effecten verbonden aan de Belgische lockdown kent deze laatste logischerwijs ook zijn uitwerking op de vangsten voor 2020. Zo is de recreatieve aanvoer tussen 18 maart en 3 mei verminderd met bijna 18 ton (i.e. 6% van de totale jaarlijkse recreatieve aanvoer op basis van vangstgegeven van 2018). De meest opvallende vangstreducties doen zich voor bij kabeljauw (-5,3 ton), wijting (-4,6 ton) en schar (-3,4 ton). Deze daling in vangsten vormt slechts een fractie (0,2%) van de totale visvangst (commercieel en recreatief) in het Belgisch deel van de Noordzee (BNZ) in een normaal jaar. Deze zijn dan ook verwaarloosbaar in het licht van variaties in de commerciële visserij-activiteit (-33% vaarintensiteit tussen februari en april 2020; Verleye et al. 2020; EMODnet Human Activities) in het BNZ enerzijds en de natuurlijke variatie anderzijds.
Er zijn plannen in de maak om in het kader van het Belgisch monitoringsprogramma voor recreatieve zeevisserij (www.recreatievezeevisserij.be) de evolutie van deze resultaten verder op te volgen en te verfijnen.
De beleidsinformerende nota: De impact van de coronacrisis op de recreatieve zeevisserij: De socio-economische en ecologische effecten van de nationale coronamaatregelen op de Belgische recreatieve zeevisserij is beschikbaar via volgende link.
Voor meer vragen over deze nota of het monitoringsprogramma: Dr. Thomas Verleye (VLIZ): thomas.verleye@vliz.be