Wanneer een schip vaart boven een sliblaag wordt een rijzing van de water-slib interface waargenomen. In bepaalde gevallen kan dit aanleiding geven tot contact tussen slib en scheepsromp, zeker indien het squatverschijnsel in rekening wordt gebracht. Hierdoor kunnen de stuur- en manoeuvreereigenschappen danig beïnvloed worden. In het geval door de sliblaag wordt gevaren, zal dit laatste zeker zo zijn. Door de schaalvergroting van de laatste jaren wordt, door de grotere diepgang, steeds dichter bij de sliblaag gevaren, waardoor de kans op contact enkel toeneemt. In hoofdstuk 1 wordt de probleemstelling geformuleerd en worden eveneens resultaten uit de literatuur beschreven. Hieruit blijkt dat talrijke factoren een rol spelen in het verschijnsel. Om de effecten beter te begrijpen kunnen modelproeven worden uitgevoerd, zoals dit het geval was voor het Waterbouwkundig Laboratorium en Hydrologisch Onderzoek te Borgerhout. Daarom wordt in hoofdstuk 2 een beschrijving gegeven van de daar verrichte model proeven. In hoofdstuk 3 wordt voor de verschillende proefcondities bepaald wanneer contact optreedt tussen het slib en het schip. Er wordt eveneens een wiskundig model opgesteld om de snelheid waarbij dit contact optreedt, te begroten. Natuurlijk speelt het squatverschijnsel hier een belangrijke rol. Hoofdstuk 4 handelt dan ook over dit fenomeen. Opnieuw worden wiskundige modellen opgesteld om de inzinking en trim te voorspellen. Tot slot worden in hoofdstuk 5 alle resultaten op een rijtje gezet.
All data in the Integrated Marine Information System (IMIS) is subject to the VLIZ privacy policy
