Vlaamse overheid; Beleidsdomein Omgeving; Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), more, sponsor
Bodemdiergemeenschappen van de brakke intergetijdenzone werden in de periode 1990 – 1999 jaarlijks gemonitord op het Groot Buitenschoor. In die periode waren er grote variaties in de gemiddelde saliniteit, gekoppeld aan schommelingen in de bovenafvoer, lokale en temporele variaties in het slibgehalte van het sediment. De winters varieerden van zeer zacht tot zeer streng. Biomassa en samenstelling van de bodemdieren varieerden sterk en waren elk jaar opnieuw het resultaat van de complexe interacties met hun omgeving. Verschuivingen in de soortensamenstelling tengevolge van de verbeterende milieukwaliteit, zijn voorlopig niet waar te nemen. De laatste jaren is er wel een duidelijker verband tussen de gemiddelde saliniteit en de relatieve biomassa van de rode draadworm, een soort die minder bestand is tegen lagere zoutgehalten in vergelijking met de andere dominante soorten op het Groot Buitenschoor.
In het najaar van 1999 werd de volledige Zeeschelde bemonsterd op een 80-tal locaties in het intergetijdengebied en een 100-tal locaties in de sublitorale zone. Deze campagne werd in 2002 herhaald en zal in de toekomst om de drie jaar worden overgedaan. De resultaten van deze campagnes leveren fundamentele kennis (voorkomen versus saliniteitsgradiënt, sedimentsamenstelling, enz.) maar laten ook toe om effecten van ingrepen na te gaan of het succes te evalueren van natuurherstelprojecten zoals op Ketenissepolder.