one publication added to basket [107664] | Cryptische genetische diversiteit binnen het genus Mesopodopsis (Crustacea, Mysida)
Broekaert, K. (2006). Cryptische genetische diversiteit binnen het genus Mesopodopsis (Crustacea, Mysida). MSc Thesis. Universiteit Gent. Faculteit Wetenschappen. Vakgroep Biologie: Gent. 69, bijlagen pp.
|
Beschikbaar in | Auteur |
|
Documenttype: Doctoraat/Thesis/Eindwerk
|
Trefwoorden |
Genetic diversity Mesopodopsis Czerniavsky, 1882 [WoRMS] Marien/Kust |
Abstract |
Diversiteitsstudies enkel op basis van morfologische identificatie blijken de actuele biodiversiteit sterk te onderschatten, zoals blijkt uit vele recente studies op basis van moleculaire technieken. Door genetisch onderzoek bleek immers dat sommige mariene taxa, hoewel ze morfologisch niet te onderscheiden zijn, toch (sterke) genetische differentiatie vertoonden (cryptische soorten). In deze studie wordt de moleculaire diversiteit en de genetische populatiestructuur van de aasgarnaal Mesopodopsis slabberi (Crustacea, Mysida) onderzocht. M. slabberi is een euryhaliene en eurytherme soort met een grote verspreiding in Europa (Atlantische Oceaan, Middellandse Zee, Zwarte Zee). De typische kenmerken, zoals een lage dispersiecapaciteit door het gebrek aan pelagische larven, maken het een uitstekend studieobject voor evolutionair onderzoek naar cryptische speciatie en fylogeografische patronen. Uit vroeger onderzoek bleek reeds dat er vier cryptische soorten aanwezig zijn binnen M. slabberi. Het doel van deze scriptie is om een beter inzicht te verkrijgen in de graad en de oorzaken van cryptische speciatie binnen het genus Mesopodopsis en meer specifiek binnen M. slabberi. Hiervoor werden stalen verzameld in een groot deel van het verspreidingsgebied van M. slabberi. Daarnaast werd een intensieve staalnamecampagne uitgevoerd langsheen de Zuid - Spaanse kusten met als doel om de biogeografische transitiezone tussen de Atlantische Oceaan en de Middellandse zee te bemonsteren. Om de evolutionaire verwantschappen binnen het genus Mesopodopsis in relatie te brengen met de cryptische soorten binnen M. slabberi, werden vier andere soorten binnen het genus Mesopodopsis geanalyseerd (M. aegyptia, M.wooldridgei, M.africana en M. orientalis). De verzamelde stalen werden geanalyseerd met behulp van sequentieanalyse van de mitochondriale cytochroom oxidase 1 (COI) en 165 rRNA genen en de nucleaire fragmenten van het ribosomale DNA (18S, ITS, 28S). Binnen het genus Mesopodopsis blijken M. africana en M. orientalis de oudste soorten te zijn, zowel op basis van de fylogenetische analyses als op basis van de divergentieafstanden. De opstuwing van de Suez istmus (10 miljoen jaar geleden) blijkt aan de basis te liggen van de divergentie tussen M. orientalis, M. africana en M. slabberi. De overige twee soorten, M. aegyptia en M. wooldridgei zijn recenter gedivergeerd van M. slabberi. Dit komt overeen met de overlappende morfologie van deze soorten onderling. De divergentie tussen M. slabberi en M. aegyptia kan gelinkt worden met de Messiniaanse saliniteitscrisis. Deze gegevens werpen een nieuw licht op de oorsprong van de Mediterrane soorten. Dit impliceert immers een Paleomediterrane oorsprong wat gepaard ging met overleving en allopatrische divergentie binnen de hypersaliene bassins tijdens de saliniteitscrisis. Binnen de soort Mesopodopsis slabberi vertoonde de analyse van het 16S fragment een grote divergentie tussen morfologische niet te onderscheiden populaties. De divergentie tussen de cryptische soorten binnen M. slabberi was gelijkaardig aan deze tussen zustersoorten binnen het genus, wat een indicatie geeft voor het bestaan van cryptische soorten. Zes geografisch gestructureerde monofyletische clades konden door hoge bootstrapwaarden onderscheiden worden in de fylogenetische bomen. Hiervan werden er twee teruggevonden in de Atlantische Oceaan (ATLANTIC en MO B), drie in de Middellandse Zee (MEDIT 1, MEDIT 2a en MEDIT 2b) en de laatste clade bestond uit een haplotype afkomstig uit de Zwarte Zee. Deze zes clades worden zowel op basis van 16S als op basis van een gecombineerde analyse (16S + COI) ondersteund, enkel de onderlinge verwantschap kan verschillen. Op basis van COI werden slechts vijf clades weergegeven door het samenclusteren van de MEDIT2b, Creixell populaties en zelfs de soorten < |
|