Tijdens het onderzoek van een ondiepe brakwaterplas, het Dievengat, gelegen op het grondgebied van de gemeente Knokke, werden een aantal copepoden verzameld, waaronder drie die tot nog toe niet in België werden aangetroffen. De exemplaren zijn afkomstig uit bodemmonsters met behulp van een glazen buis met een doorsnede van 6 cm² genomen; het gaat hier om een detritusrijke bodem. Het water is op de plaats van monstername ongeveer 20 cm diep. Monsters werden genomen van augustus 1968 tot mei 1969. De saliniteit is aan betrekkelijke grote schommelingen onderhevig. Meestal werden waarden tussen 12 promille S en 18 promille S gemeten. Maximaal werd 19.03 promille S op 16/12/68 en minimaal 8.41 promille S op 5/5/69 gemeten. Het water kan dus als mesohalien, volgens het systeem van Venetië, 1958, bestempeld worden, al valt het maximum buiten de grenzen die voor dit systeem gelden (5 tot 18 promille S). De pH schommelt tussen 7.6 en 8.6.
Alle informatie in het Integrated Marine Information System (IMIS) valt onder het VLIZ Privacy beleid