Belgisch marien onderzoek zet zijn groei voort | Compendium Kust en Zee

Belgisch marien onderzoek zet zijn groei voort

Binnen het kader van het Compendium voor Kust en Zee rapporteert het Vlaams Instituut voor de Zee jaarlijks over de stand van het marien onderzoek in Vlaanderen en België. Met behulp van een repliceerbare methode wordt de onderzoekscapaciteit, alsook de wetenschappelijke output in kaart gebracht en wordt dieper ingegaan op internationale samenwerkingsverbanden, de geografische focus van de studiegebieden en het gebruik van onderzoeksschepen.

Op het ijkpunt (25 oktober 2022) identificeerden we 136 mariene onderzoeksgroepen (MOGs) in België die verbonden zijn aan universitaire associaties en wetenschappelijke instellingen. Dit is een aanzienlijke stijging ten opzichte van de 82 MOGs die geteld werden bij de start van de karteringsoefening in 2013, en zo’n 10% meer dan vorig jaar. De meeste onderzoeksgroepen zijn geaffilieerd aan Vlaamse universitaire associaties (81) en Franstalige universiteiten en hogescholen (40), al tellen de afzonderlijke groepen van de Vlaamse en federale wetenschappelijke instellingen doorgaans wel een groter aantal wetenschappelijke en technische medewerkers. Het zwaartepunt van de expertise van de MOGs situeert zich in de natuurwetenschappen (89) en de ingenieurswetenschappen (48). Verder zijn de onderzoeksgroepen actief in niet minder dan 23 onderzoeksdisciplines, hetgeen de zeer diverse expertise in het mariene onderzoekslandschap in de verf zet.

De MOGs publiceren jaarlijks tussen de 600 en 900 mariene peer-reviewed publicaties, wat vergelijkbaar is met de output van grotere mariene instituten in onze buurlanden. Onze mariene wetenschappers omarmen steeds meer het Open Science principe: zo zijn meer dan 73% van alle publicaties opgenomen in open access tijdschriften en daarmee steeds toegankelijker.

Het aandeel internationale co-publicaties kent een gestage groei. In 75% van de mariene peer-reviewed en VABB-publicaties (2008-2021) wordt samengewerkt met minstens één buitenlandse auteur. Dat zijn voornamelijk onderzoekers uit de buurlanden (Frankrijk, Nederland, Duitsland en het VK), alsook onderzoekers uit de VS. Tussen 2008 en 2021 publiceerden de MOGs samen met auteurs uit 161 verschillende landen. Er is wel een dalende trend te zien in het aantal publicaties waarbij de eerste auteur afkomstig is uit België (57%).

Bij die publicaties waarin het studiegebied kon geïdentificeerd worden, blijkt dat MOGs in de periode 2008-2021 slechts voor ongeveer 20% regionaal actief waren (in de Zuidelijke bocht van de Noordzee, aanpalende estuaria en kustzones). In bijna 80% van de publicaties heeft het onderzoek een internationalere geografische scope. De Atlantische regio (14%) en Pacifische regio (12%) vormen hierbij de belangrijkste studiegebieden, al is er ook een sterke en aantrekkende globale focus (14%).

Wat het gebruik van onderzoeksschepen betreft zien we in 2021 een markante stijging van de inzet van de twee Belgische onderzoeksschepen, de Belgica (+320%) en de Simon Stevin (+323%) t.o.v. 2020. In de periode 2008-2021 werd in 26% van de mariene peer-reviewed en VABB-publicaties van MOGs een (onderzoeks)schip vermeld of was er een duidelijke indicatie voor het gebruik van een schip (‘zeegaand onderzoek’). In totaal werden 338 (onderzoeks)schepen uit 45 landen vermeld in de 8949 mariene peer-reviewed publicaties (2008-2021).

Duik in de details van deze beleidsinformerende nota en download de publicatie:

Link: www.vliz.be/nl/imis?module=ref&refid=359693

(c) afbeelding - VLIZ