Het gebruik van GIS-technieken bij de fysische karakterisering van de Belgische kustzone
Vanstaen, K. (2002). Het gebruik van GIS-technieken bij de fysische karakterisering van de Belgische kustzone. MSc Thesis. Universiteit Gent: Gent. 131 pp.
|
Beschikbaar in | Auteur |
|
Documenttype: Doctoraat/Thesis/Eindwerk
|
Trefwoorden |
Coastal zone Geography Information systems > GIS ANE, België [Marine Regions] Marien/Kust |
Abstract |
Op 20 januari 1999 verscheen in het Belgisch Staatsblad de “Wet ter bescherming van het mariene milieu in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België”. Deze had als algemeen doel de eigen aard, de biodiversiteit en het ongeschonden karakter van het mariene milieu te behouden door middel van maatregelen ter bescherming ervan en door middel van maatregelen tot het herstel van schade en milieuverstoring (MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU, 1999). In 1998 verscheen vanuit de Diensten voor Wetenschappelijke, Technische en Culturele Aangelegenheden (DWTC) een oproep voor een multidisciplinair onderzoeksproject ter ondersteuning van een beheersplan voor de definitie, het behoud en de bescherming van een toekomstig marien natuurreservaat. Hiertoe werd in de periode van 1999-2001, met bijkomende financiële steun van de Afdeling Waterwegen Kust van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, het project HABITAT (‘Intensieve opvolging van de evolutie van een beschermd benthisch habitat’) uitgewerkt. Daarin werd een gebied van 5 op 5 km voor de kust van De Panne, het HABITAT gebied, intensief geologisch en biologisch onderzocht. Het gebied bestaat uit een zandbank- (Trapegeer, Broersbank en Den Oever) en geulensysteem (Potje en Westdiep) met de meest diverse geomorfologie die voorkomt langsheen de Belgische kustzone en met een hoge biologische diversiteit en rijkdom. Aan de hand van de opgemeten fysische, biologische en chemische parameters was het de bedoeling tijd- en kostenbesparende evaluatiemiddelen te ontwikkelen die in een latere fase de gesteldheid en veranderingen in het gebied op een eenvoudige wijze kunnen vaststellen (DEGRAER et al., 2002). In het kader van het HABITAT project werd een akoestisch classificatiesysteem voor side-scan sonar opgesteld, dat voornamelijk gesteund is op de waarnemingen die men gedaan had. In het kader van deze licentiaatstudie werd deze akoestische interpretatie voor het eerst gebruikt en de waarde ervan geëvalueerd. Deze evaluatie gebeurde aan de hand van de zeer uitgebreide dataset die in het project al verzameld was en op basis van een groot aantal nieuwe gegevens. Deze laatste gegevens werden verzameld in het kader van het project ‘Evaluatie van het ecologisch belang van de vooroever’, ondersteund door de Afdeling Waterwegen Kust van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.Alle side-scan sonar beelden werden opnieuw geïnterpreteerd en werden samen met de sedimentologische en biologische parameters verzameld in een geografisch informatiesysteem (GIS). Het gebruik van GIS in dit soort van studie is, zeker in België, eerder nieuw, maar laat toe de zeer uitgebreide reeks van gegevens op een gestructureerde manier te beheren, te analyseren en te raadplegen. Geografische informatiesystemen laten toe de gegevens op een kwantitatieve manier te verwerken, binnen deze studie liet dit toe kwantitatieve gegevens toe te voegen an de akoestische classificatietabel. Deze kwantitatieve gegevens lieten toe de akoestische facies te definiëren en dit leidde tot het opstellen van het SONAR model. De eerste gegevens van het SONAR model werden verkregen op basis van de eerste opnames binnen het HABITAT gebied. Het resulterende SONAR model werd bevestigd door nieuwe opnames binnen hetzelfde gebied. Het evalueren van het SONAR model langsheen de volledige Belgische kustzone, in andere geomorfologische omgevingen, gebeurde op basis van een aantal side-scan sonar opnamen die loodrecht op de kust opgenomen worden, en op deze manier de vooroever tot diepere delen in beeld brachten. Het uitgebreid bestuderen van de verschillende sedimentologische parameters toonde ook het bestaan aan van enkele welgedefinieerde sedimentklassen. Het gebruik van sedimentklassen heeft een belangrijk voordeel bij het definiëren van het akoestische facies, want het geeft geen absolute kwantitatieve waarde aan het akoestisch facies, maar definieert wel een domein met welbepaalde karakteristieken. De re |
|